Hoe krijg je Hiv?

Hiv is een SOA (seksueel overdraagbare aandoening).

Hiv is een virus die in je bloed sperma, voorvocht, vaginaal vocht en moedermelk zit. 

Hiv kan niet overgedragen worden via speeksel, zweet, snot en tranen, want daar zit te weinig virus in.

Je kunt dus Hiv krijgen als je onveilige seks hebt met iemand die al Hiv heeft, maar ook als je drugs gebruikt en een besmette naald gebruikt kan het virus in je bloed komen en kan je besmet raken. Het geïnfecteerd bloed, vocht, sperma of etter heeft een poort nodig om in het lichaam van een ander persoon binnen te dringen, omdat het virus niet door intacte huid heen kan. Wondjes, blaasjes en zweertjes op het lichaam daarentegen zijn poorten waarlangs het virus wél naar binnen kan. Het virus kan daarnaast ook een lichaam binnendringen via bepaalde slijmvliezen. Infectie is mogelijk als het virus in contact komt met de slijmvliezen van de schaamlippen, baarmoederhals, vagina, eikel, urinebuis, anus, keel, darm, mond en van het oog - zeker als die slijmvliezen niet helemaal intact meer zijn. Niet elk slijmvlies is even doorlaatbaar, het ene is al wat taaier dan het andere. Zo geraakt het virus moeilijker voorbij een intact mondslijmvlies dan voorbij een intact vagina-, eikel- of aarsslijmvlies bijvoorbeeld. Je hebt minder kans op HIV als je een wondje hebt dan dat je het via een spuit doet aangezien als het via een spuit gaat het direct in de bloedbaan komt. Want als het in je bloedbaan komt versprijd het zich ook naar je afweersysteem, de cellen gaan zich namelijk tegen je keren.

Om hiv te voorkomen moet je een condoom gebruiken. Een condoom zorgt ervoor dat het sperma niet in het vrouwelijk lichaam komt en zo kan het virus zich niet verspreiden. Je kunt condooms in iedere drogist krijgen. Soms zijn ze  ook verkrijgbaar in supermarkten. 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb